Lessenoverzicht thema Wat een dag
VERHAAL – Een ongeluk zit in een klein hoekje
Op de laatste bladzijde van het themaschrift staat een verhaal over Jesse. Het brengt het onderwerp van het thema tot leven. Hoe en wanneer je het verhaal een rol laat spelen tijdens dit thema, bepaal je zelf. Lees je het in de klas of laat je de luisterversie horen (cd 1 nr. 34 of in het bordboek)? Bij het begin van het thema, tussendoor of achteraf? Je kiest zelf het gepaste moment en de geschikte plaats.
Les 1 – ga je mee?
De leerlingen maken kennis met het thema. Op basis van een rondvraag die ze mee naar huis kregen, vertellen ze over ongelukken, veiligheid, hulp inroepen en gevaarlijk gedrag. Ze beluisteren het verhaal van Robbe die voor hij aan de schoolpoort staat al het een en het ander meemaakt (cd 1 nr. 26 of in het bordboek).
Les 2 – ik kies voor veilig.
Enerzijds leren de leerlingen hoe ze onderweg met andere mensen omgaan, anderzijds beseffen ze welke gevaren het dagelijks verkeer inhoudt. In het bordboek spelen de leerlingen het spel ‘Slim in het verkeer’. Tijdens de afrondingsfase maken de leerlingen foto’s van klasgenoten met fietshelmen en fluohesjes.
Les 3 – ai! help!
In een eerste fase wordt een koekjesdoos grondig onderzocht. Hoe ruikt ze, hoe ziet ze eruit, hoe voelt ze, hoe … ? In een tweede fase ontdekken de leerlingen dat hun zintuigorganen pijn kunnen waarnemen. Ten slotte leren leerlingen dat ze in bepaalde situaties hulp van volwassenen moeten inroepen; ze maken kennis met het noodnummer 112. Eén, één, twee.
Les 4 – EHBO
De leerlingen maken kennis met het begrip EHBO. Ze leren dat bij veel kleine ongevallen een kraan met lauw stromend water soelaas kan bieden. Ze beseffen bovendien dat het toedienen van eerste hulp het best door geschoolde volwassenen gebeurt.
Les 5 – conflicten
Het verhaal ‘De neushoorn en het nijlpaard’ vormt de basis van de les waarin de leerlingen conflicten geweldloos leren oplossen. En hopelijk in de toekomst leren vermijden. Met een stellingenspel ervaren ze dat iedereen goed en slecht anders bekijkt. Meningsverschillen hoeven niet noodzakelijk tot ruzies te leiden.
Les 6 – met vlag en wimpel
De leerlingen spelen spellen met hun fiets. Niet zozeer om het verkeer te leren kennen, wel om hun fietsvaardigheden te vergroten. Kan ik goed sturen? En tijdig remmen? En hoe stap ik best af van mijn fiets? Als klap op de vuurpijl knutselen de leerlingen aan de hand van een stappenplan een heuse fietsvlag. Hun zichtbaarheid zal nog vergroten.
Les 7 – mijn fiets: spic en span
Leerlingen benoemen fietsonderdelen, ze ontdekken dat hun fiets beter rijdt als je hem degelijk onderhoudt en leren hoe je een fiets kunt onderhouden en poetsen tot hij blinkt. Dat betekent dat zowel woordenschat, techniek als vaardigheden in deze les op het voorplan komen.
Terugblik
In deze les zetten de leerlingen de leerstof en vaardigheden nogmaals vast. Met een smartphone nemen ze dialogen op, via een themaprent herhalen ze welke situaties gevaarlijk kunnen zijn en door naar het nieuwe verhaal te luisteren merken ze dat alles nu wel goed verloopt met Seppe (cd 1 nr. 32).